2020-04-21

Yoga NU! Columns

Yoga Nu! #6 De invocatie en de Sūtra’s van Patañjali

Wat is dat voor een gezang dat vaak wordt aangeheven bij aanvang van een Iyengar Yoga les? Het is een mantra in het Sanskriet, de invocatie van Patañjali. Misschien staat er in je studio ook een standbeeld van deze Indiase geleerde en filosoof, waarvan wordt aangenomen dat hij in de tweede eeuw voor Christus leefde. Wat over zijn leven verteld wordt is een mengsel van historische feiten en legendarische en mythologische lezingen.

Zijn naam is traditioneel verbonden met de Yoga Sūtras, een van de belangrijkste klassieke teksten uit de yogaliteratuur, in het Sanskriet. Het staat niet vast of Patañjali de auteur van het gehele werk is, of dat het hier om een samenstelling van reeds bestaande teksten gaat, waar hij zijn eigen inzichten aan heeft toegevoegd.

Kennis over het pad van yoga werd van oudsher mondeling overgedragen, van leraar op leerling, door de eeuwen heen. Patañjali was de eerste die deze leer op schrift heeft gesteld. Daarom wordt hij geëerd als een rishi (ṛṣi in het Sanskriet; oftewel wijze, verlichte persoon).

In zijn uiterst bondige geschrift wordt de filosofie en de techniek van de yoga samengevat. Het bestaat uit 196 aforismen: korte, nogal cryptische verzen. Over hun betekenis hebben generaties geleerden zich gebogen, en er zijn planken vol vertalingen, interpretaties en commentaren over geschreven.

Het werk is verdeeld in vier hoofdstukken:

  1. Samādhi Pāda (het pad van verlichting);
  2. Sādhana Pāda (het pad van scholing, beoefening);
  3. Vibhūti Pāda (het pad van buitengewone kennis en vermogens, siddhiḥ’s);
  4. Kaivalya Pāda (het pad van bevrijding, eenwording).

Patañjali wordt vóór een yogales aangeroepen, om in de juiste geestesgesteldheid te komen voor de beoefening van de yogahoudingen: aandachtig, puur, en toegewijd.

En ook om in hem de leraren te eren die ons zijn voorgegaan. In ons geval is dat in de eerste plaats Guruji B.K.S. Iyengar, die zijn yogamethode op de Yoga Sūtra’s van Patañjali heeft gebaseerd en er ook zijn commentaar op heeft geschreven.

Ook al versta je nog niets van zo’n Sanskriet mantra, de klank dringt met zijn vibraties al diep in je door en heeft volgens de oosterse filosofie een spirituele uitwerking.

ॐ, de AUM klank waarmee het gezang begint wordt beschouwd als de oerklank, een melodieus, sonoor en subliem geluid dat de hele schepping omvat.

Volgens Patañjali symboliseert AUM Īśvara, het hoogste principe van goddelijkheid, de bron van alle energieën. Muziek is een van de beste manieren om gevoelens van liefde en devotie uit te drukken, en daarom begint iedere invocatie om goddelijke zegen te vragen met AUM.

Daarna wordt Patañjali geroemd en gedankt om zijn verhandelingen over grammatica, ayurveda en yoga.

Met behulp van grammatica kan de taal worden gezuiverd en verfijnd. Taal onderscheidt de mens van het dier. Taal heeft kunst, wetenschap, religie en filosofie opgeleverd.

Het maakt reflectief denken mogelijk, en het bewandelen van een spiritueel pad, met de bedoeling om één te worden met het Goddelijke.

Ayurveda, gezondheidskunde, en yoga leren hoe een goede gezondheid en een lang leven kunnen worden nagestreefd. Beide vergemakkelijken het volgen van een spiritueel pad.

Zo worden door deze drie – grammatica, ayurveda en yoga –  lichaam, spraak en geest beschaafd en ontwikkeld opdat we kunnen transformeren in verlichte mensen.

De 5 columns hieronder zijn geschreven in de tijd dat COVID heerste. We konden alleen online lesgeven, en wilden inspiratie en aanmoediging bieden om thuis yoga te blijven beoefenen. De thema’s die aan bod komen, filosofisch en praktisch, blijven ook nu we weer live lesgeven relevant voor je yogabeoefening.

Yoga Nu! #5 Furniture yoga

Die hele kast met yogahulpmiddelen die in de studio tot je beschikking staat, die mis je nu zeker wel? Tijd om thuis creatief te worden, en rond te kijken welke dingen uit je huisraad kunnen dienen als props tijdens je Online Yogales. En als je toch steeds misgrijpt, zijn er bedrijven genoeg die ze kant en klaar bij je afleveren.

Iyengar Yoga wordt weleens schertsend Furniture Yoga genoemd. Wat is eigenlijk de functie van de props?  Hoe gebruik je het hulpmiddel, wat kun je ervan leren, en hoe kan je het geleerde toepassen? Dat hangt af van de ervaring, de rijpheid en het vermogen van de beoefenaar.

Als je een blessure, een aandoening of een beperking hebt, geven hulpmiddelen fysieke en mentale steun. Ze zijn behulpzaam bij het aanpakken van problemen met bijvoorbeeld gewrichten of organen. Ze kunnen verlichting geven en bijdragen aan genezing. Een riem, bolster, blok, of ja, een krat (zie foto’s!) is dan een redmiddel, waardoor je een houding kunt doen die je anders onmogelijk zou kunnen uitvoeren, zeker niet op de klassieke manier. Als er verbetering optreedt, kun je kijken of je de houding zonder hulmiddel uit kunt voeren.

Dezelfde prop die voor een beginner of iemand met een probleem een redmiddel is, kan voor een gevorderde beoefenaar een middel zijn om dieper in de houding, en daarmee in zichzelf, door te dringen. Props geven het lichaam de juiste tonus, nemen fysieke en mentale vermoeidheid weg, en geven er lichtheid en energie voor in de plaats. Ze leren je de houding elegant, evenwichtig en begripvol uit te voeren.

Ze kunnen ook dienen om angst voor sommige āsana’s onder ogen te zien, te verminderen, en uiteindelijk te overwinnen. Denk aan balanshoudingen, achteroverbuigingen of omgekeerde houdingen. Daarom doe je Sālamba Śīrṣāsana, kopstand, eerst bij de muur om meer stabiliteit, alignment en balans te krijgen. Zo word je minder bang om te vallen, en dan kun je het bij de muur vandaan gaan doen, vrijstaand in de ruimte.

Props dragen bij aan het uithoudingsvermogen in een āsana. Als je langer in een houding blijft, ontwikkel je fysieke en mentale stabiliteit, evenwicht en concentratie. De geest keert naar binnen, nodeloos gedenk kalmeert en je ervaart meer objectiviteit en bescheidenheid.

Patañjali noemt dit cittaprasādanam, ofwel “gelijkmatige verdeling van bewustzijn.” Dit helpt ons op weg naar binnen, richting het Zelf.

Wat we door middel van de props leren, kunnen we niet alleen gebruiken om te verfijnen en te verbeteren wat we op de mat doen, maar ook daarbuiten, in het leven van alledag. We gebruiken props dus naar gelang de omstandigheden, situatie en ervaring van de beoefenaar. In het ene geval heel basaal, in het andere heel verfijnd.

Door de innovatieve en diepgaande manier waarop Mr. Iyengar de props heeft ontwikkeld kunnen mensen van welke leeftijd en gezondheidstoestand dan ook āsana’s beoefenen en er de vruchten van plukken.

Zorg goed voor jezelf en elkaar, Karina

Tadasana met twee bierkratjes
Urdhva Hastasana in Tadasana
Salamba Sirsasana
Viparita Dandasana
Setu Bandha Sarvangasana
Savasana

Gebruikt als bron voor de tekst: Certified Advanced Iyengar instructor Dean Lerner, Yoga Journal, 2007/update 2017. Met dank aan Marga Rotink, Certified Iyengar Yoga teacher, voor het Idee en de foto’s.

Yoga Nu! #4 Vriendelijkheid en onverstoorbaarheid

Patañjali. Een paar eeuwen voor Christus. Ingewijde op het pad van Yoga.
Uit zijn reisbeschrijving:

Sūtra I.33: maitrī karuṇā muditā upēkṣāṇāṁ sukha duḥkha puṇya apuṇya viṣayāṇāṁ bhāvanātaḥ cittaprasādanam

Door vriendelijkheid, compassie, vreugde en onverschilligheid te cultiveren tegenover respectievelijk plezier en pijn, deugd en ondeugd, wordt het bewustzijn gunstig gestemd, sereen en welwillend.

Daarmee kunnen we verder. Hij geeft aan met welke instelling je het pad kunt lopen om het goed te hebben met jezelf en je reisgenoten. Zeker als de weg moeilijk begaanbaar wordt, en je het met jezelf en elkaar uit moet zien te houden.

Soms wordt er van ons gevraagd dat we flexibel, intuïtief en open zijn. Daarvoor kunnen we maitrī, (vriendelijkheid) cultiveren tegenover wie geluk en voorspoed ervaart, en karuṇā (compassie) tegenover wie lijden ondervindt. En muditā (vreugde en welwillendheid) betekent dat we mensen die het goede doen aanmoedigen en ondersteunen. 

Maar het kan ook nodig zijn dat we onszelf beschermen en afsluiten voor wat niet goed voor ons is. Dan hebben we upekṣā nodig. Het is lastig te vertalen. Onverschilligheid? Dat heeft in het Nederlands niet zo’n positieve lading: je nergens iets van aantrekken, niet betrokken zijn. De ander of de omstandigheden negeren.
Positiever wordt het als je het vertaalt met onaangedaan, gelijkmoedig blijven als je geconfronteerd wordt met negativiteit. Jezelf niet toestaan dat je erdoor wordt afgeleid of ontregeld. Er niet direct heftig op reageren, zodat je niet betrokken raakt in een keten van reacties en tegenreacties die het alleen maar erger maken. Immers, alles wat je aandacht geeft, groeit.

En trouwens, wie weet in deze tijd het ware van het niet-ware te onderscheiden? Of het goede van kwade? Dat geldt niet alleen voor de feiten, het nieuws, maar ook voor onze omgang met de hele situatie.
Hoe snel wordt in tijden van angst en onrust onze neiging om over anderen te oordelen geprikkeld. We gaan er ieder op onze eigen manier mee om, en beschouwen onze kijk en onze aanpak als het beste. Kunnen we verdragen dat anderen een andere stijl hebben, keuzes maken die van de onze verschillen?
Wat doen we bijvoorbeeld als we mensen zien die zich niet aan de regels van de overheid houden? Hoe ver gaat onze verantwoordelijkheid, ligt het binnen onze invloedssfeer, heeft ingrijpen zin? En hoe doen we dat dan?

In deze sūtra geeft Patañjali een recept daarvoor.
Neem eerst wat meer afstand. Als het je lukt om je niet te laten prikkelen, of te wachten tot je reactie wat is bekoeld voordat je eventueel handelt, heb je meer kans dat je optreden effectief is.
Bekijk de zaak waar je iets aan denkt te moeten doen vanuit maitrī en karuṇā. Kun je aanvoelen wat de ander drijft? Dan zal de toon waarop je hem of haar aanspreekt op onwenselijk gedrag anders zijn. Minder boos, aanvallend, afwijzend. Misschien kan je boodschap zo gehoord worden.
En hecht niet aan het resultaat, want dat is niet in je hand. Behoud ook bij het verlaten van het toneel je gelijkmoedigheid.
Pas dit vooral ook toe op jezelf. Bezie jezelf met vriendelijkheid en compassie. Wees blij met het positieve dat je deel is ook in moeilijke omstandigheden. Maak pas op de plaats als angst, onrust, boosheid of verdriet je soms toch overmannen.

Hm. Dat is het ideaal van sūtra I.33. Ik zal er maar mijn mantra van maken. Het blijft voorlopig oefenen……

Zorg goed voor jezelf en elkaar, Karina

Yoga Nu! #3 Namaskar in tijden van huidhonger

Handen schudden, elkaar omhelzen of kussen, het kan niet meer in deze besmettelijke tijden (tenzij je samenleeft in één huis). Nu we noodgedwongen op fysieke afstand van elkaar blijven, zie je steeds vaker dat mensen elkaar begroetten met de handpalmen tegen elkaar voor de borst, met de vingers naar boven.

Dit is in India en andere Aziatische landen een gebruikelijk gebaar om elkaar te begroeten en respect te tonen, waarbij je Namaskar of Namaste kan zeggen. Dat is Sanskriet voor “ik buig met eerbied voor u”. In de dagelijkse praktijk zijn ze min of meer synoniem, ook al zijn er verschillen die te maken hebben met de sociale, culturele en religieuze tradities waarin deze groet geworteld is.

In de yogales kennen we dit gebaar ook als Ātmañjali Mudrā. Ātman betekent Zelf of  Ziel, añjali betekent groet, en mudrā betekent ritueel, symbolisch handgebaar.

Dat brengt ons op het spoor van de diepere betekenis ervan. Het samensmelten van de handpalmen staat voor het volledig opgaan van de individuele ziel in de Universele Ziel. Dit besef tilt de ontmoeting uit boven het terloopse, puur persoonlijke van twee aparte “ikken” die elkaar begroeten. De goddelijke vonk, die in ieder van ons woont, wordt ermee erkend: mijn ziel ziet en eert jouw ziel, de plaats in jou waar licht, liefde, schoonheid, waarheid en vrede wonen, zoals die ook in mij wonen. We zijn daarin verenigd, hetzelfde, één. We vangen er soms een glimp van op, na het oefenen van de āsana’s, als we in Śavāsana rusten.

Misschien heb je niets met het begrip goddelijk? Je kunt er een ander woord voor kiezen: hogere Zelf, stille Ziener, spirituele essentie… wat ook maar past bij hoe jij de diepste kern van je wezen ervaart.

We moeten de geruststelling en ontspanning van fysiek contact missen. We worden teruggeworpen op onszelf. Wat kunnen we beter doen dan vertoeven op de innerlijke plek waar we thuis zijn, in contact met onszelf en verbonden met anderen die daar ook thuis zijn.
Daarom beginnen we de yogabeoefening met het openen van die gewijde ruimte in onze hartstreek, zittend in Sukhāsana, met de handen in Namaskārāsana. Ook als je wilt mediteren is dit een uitstekende houding.

Maar dan moet je wel goed gaan zitten! Rechtop, in lijn, symmetrisch. Open je geheugen, klik op aanwijzingen, en pas toe wat je je herinnert, van je voeten tot je kruin. Laat alle lichaamsdelen, van klein tot groot, hun eigen taak verrichten en samenwerken.
Maak de basis van benen en bekken compact en stevig. Verleng de wervelkolom precies in het midden. Maak de borstkas breed, open, prominent. Zet het hoofd daarboven recht en in balans.
Met goed getilde en geopende borstkas kan je de bovenkant van het brein laten zakken naar de onderkant ervan, en de basis van het brein laten rusten in de zetel van het hart. Onrust, wervelingen in de geest, kunnen zo tot rust komen.
Of op zijn minst kun je ze observeren, zodat je er niet meer helemaal mee samenvalt.

Oefen deze mudrā ook met de armen omhoog gestrekt boven het hoofd in Ūrdhva Namaskārāsana, en verleng daarmee de zijkanten van de borstkas. Goed voor hart en longen, net als Paśchima Namaskārāsana, met de handpalmen tegen elkaar achter de rug, met de pinkkant tussen de schouderbladen, om de borst aan de voorkant meer te openen. Zo groet je je eigen ziel, en maak je de ruimte ervoor groter.

Zorg goed voor jezelf en elkaar, Karina

Yoga Nu! #2 De koning en de guṇa’s

Gua’s, wat zijn dat? Het zijn de drie fundamentele kwaliteiten of krachten van de natuur, die volgens de Indiase filosofie bepalen hoe de werkelijkheid zich aan ons voordoet.

Tamas is stabiliteit, stevigheid, handhaving van de status quo. Een teveel ervan betekent duisternis, onwetendheid, stagnatie, inertie, lethargie, verval.

Rajas is activiteit, beweging, vuur, transformatie. Een teveel ervan levert opgewondenheid, geprikkeldheid, agressie op.

Sattva is stil en helder bewustzijn, licht, wijsheid, zuiverheid, harmonie, gerichtheid op het goede. Hiervan hebben we meestal eerder een tekort dan een overmaat.

In ons bewustzijn spelen deze krachten hun spel, in een steeds wisselend evenwicht. Wanneer ze uit evenwicht zijn, overheerst de ene kwaliteit de andere.

Door yoga te beoefenen leren we de dynamiek van de guṇa’s steeds beter kennen. Als we moe en hangerig zijn, niet vooruit te branden, hebben we met tamas te maken. Dan hebben we rajas, vuur en beweging, nodig om dit te overwinnen. Een serie Vinyāsa yoga, met snel opeenvolgende houdingen, kan ons helpen. Staande houdingen en achteroverbuigingen zijn ook heel geschikt.

Ben je in een staat van rajas dan kan je kalmer en stiller worden door series houdingen die je langer aanhoudt, zoals omgekeerde houdingen en vooroverbuigingen. Wellicht, hopelijk, ervaar je daarna een meer sattvische staat. Overigens is dat niet het einddoel voor wie bevrijding van de geest zoekt. Die komt pas in zicht als je loskomt van alle drie de guṇa’s tegelijk.

Wat doet die koning in de titel?Heb je hem gehoord, gisteren? In zijn toespraak kun je alle guṇa’s terugvinden.

Tamas waar hij beschrijft hoe we worden geconfronteerd met ziekte, dood, leed, gemis. De verlamming van het openbare leven, onzekerheid, angst voor wat ons bedreigt in ons voortbestaan.

Rajas in de activiteiten waarvoor hij zijn waardering uitspreekt: de uitzonderlijke prestaties van onze zorgprofessionals. De spontane daadkracht en creativiteit die los worden gemaakt.

Sattva in wat hij ons voorhoudt te doen: aandacht geven aan wie dat nodig heeft, vooral de kwetsbaren. Op elkaar letten. Helpen en troost geven. Medemenselijkheid. Saamhorigheid. Alertheid, solidariteit en warmte. Zorgen dat het hart van onze samenleving blijft kloppen.

Of je nu van Willem-Alexander, zijn persoon, zijn presentatie houdt of juist niet, het gaat erom dat dit de taak van een vorst is: ons herinneren aan vooral de sattvische kwaliteit.

Zo buiten, zo binnen wordt wel gezegd. Als je deze dagen yoga beoefent, en naar binnen kijkt, kijk dan wie er op de troon in je hart zit. Is het de doemdenker (tamas) of de hamsteraar (rajas)? Of misschien wel allebei? Stel ze gerust, zodat ze plaats durven maken voor de ware vorst of vorstin, die alles en iedereen met mededogen ziet, en de onderdaan die jouw naam draagt aanspoort om vanuit sattva te handelen.

Zorg goed voor jezelf en elkaar, Karina  

Yoga Nu! #1

Het allereerste woord in het eerste boek van de Yoga Sūtra’s van Patañjali is Atha. Dat kan worden vertaald met Nu.  Stel je voor (het kost misschien wat moeite, wat lijkt het ver weg, die mogelijkheid!): je komt binnen in de yogastudio en neemt plaats op je mat.

NU begint yoga! Zit rechtop, met stabiele compacte basis van benen en bekken, rechte en lange wervelkolom, open borst, zacht gezicht, zachte zintuigen, zacht brein. Reciteer de aanroeping van Patañjali.

Waarom is deze voorbereiding zo belangrijk? We markeren dit moment, om dit NU te onderscheiden van de nooit eindigende stroom van elkaar opvolgende Nu’s in de alledaagse werkelijkheid. We laten de buitenwereld met alle hectiek en spanning voor wat hij is, en wijden we ons aan onderzoek en onderhoud van de ruimte binnen in ons. De ondertoon van het woord Hatha is dan ook dat dit een gezegend moment is, waarvan we mogen verwachten dat we er wel bij varen als we het goed gebruiken.

Dus ook al is de yogastudio nu gesloten: dit Nu is binnen je bereik! Die gewijde ruimte gaat voor je open als je je mat uitrolt. Heb je daarbij meer steun en houvast nodig, zoek dan de verbinding met anderen. In interactieve Online lessen, bij ons of bij onze bevriende collega’s, valt een hele nieuwe invulling van beoefenen te ontdekken.

Zorg goed voor jezelf en elkaar, Karina en Marga